RJJ Fennis RA RE
Weideweg 32
1276 AC. Huizen
T +31 (0)36 5300192
M +31 (0)6 53 13 49 85
Weideweg 32
1276 AC. Huizen
T +31 (0)36 5300192
M +31 (0)6 53 13 49 85
De big four hebben te veel personeel aangenomen tijdens de pandemie en zijn begonnen met het ontslaan van overtallig personeel.
Ajax beëindigt per direct de samenwerking met directeur voetbalzaken Sven Mislintat. Het gebrek aan een breed draagvlak binnen de organisatie is de reden voor dit besluit. Het onderzoek door een forensisch accountant zou geen relatie hebben met het ontslag.
Een groot aantal buitenlandse investeerders doen ondanks de Russische oorlog tegen Oekraïne nog zaken in Rusland. Meer dan de helft is er nog actief.
Chinese vastgoedaandelen zijn dit jaar tot nu toe omgerekend al meer dan 50 miljard euro minder waard geworden. Beleggers zijn vooral de laatste dagen flink negatiever geworden in hun waardering van grote vastgoedbedrijven als Evergrande en China Aoyuan Group, omdat ze bang zijn dat die na lang kwakkelen alsnog kunnen omvallen.
Een hogere bankenbelasting ondergraaft de concurrentiepositie van Nederlandse banken ten opzichte van branchegenoten in andere Europese landen.
Deze arbeidsovereenkomsten sluiten ook goed aan op het arbeidsvoorwaardenreglement dat u voor uw kantoor kunt hanteren. Meer informatie over arbeid kunt u vinden op de themapagina’s Dienstbetrekking, Wet DBA en opvolger VAR, Administratieve verplichtingen personeel en Wet arbeidsmarkt in balans (Wab): de hoofdpunten. Op de themapagina modellen arbeid zijn alle beschikbare voorbeeld overeenkomsten voor het aandachtsgebied arbeid overzichtelijk gerangschikt. Zoekt u een model in dit aandachtsgebied, bezoek dan deze pagina. De overeenkomsten, themapagina’s en modellen zijn up-to-date en afkomstig van zowel SRA als Wolters Kluwer. Als SRA-lid heeft u kosteloos toegang tot deze modellen. Log daarvoor eerst in op de SRA-website alvorens u op een link naar een overeenkomst, themapagina of model klikt.
Eén van de onderdelen van het pakket is een aanpassing van de Europese Jaarrekeningrichtlijn, de ‘Accounting Directive’, meer specifiek aanpassing van de groottecriteria die bepalen of een onderneming als micro, klein, middelgroot of groot wordt geclassificeerd. De Europese Commissie is daarvoor een consultatie gestart. Verhoging met 25% Op basis van de inflatie (peildatum 2013) stelt de Europese Commissie voor de criteria ‘balanstotaal’ en ‘omzet’ een verhoging voor met 25 procent. Het derde groottecriterium, het gemiddeld aantal medewerkers, wordt volgens het voorstel niet gewijzigd. De voorgestelde verhoging van grensbedragen volgens onderstaand schema zal er volgens de Europese Commissie toe leiden dat micro-, kleine en middelgrote ondernemingen niet worden onderworpen aan tal van EU-bepalingen inzake financiële en duurzaamheidsrapportage die van toepassing zijn op grotere ondernemingen. Balanstotaal (€) Omzet (€) Micro-ondernemingen Huidig 350.000 700.000 Aangepast 450.000 900.000 Klein (laag) Huidig 4.000.000 8.000.000 Aangepast 5.000.000 10.000.000 Klein (hoog) Huidig 6.000.000 12.000.000 Aangepast 7.500.000 15.000.000 Middelgroot/groot Huidig 20.000.000 40.000.000 Aangepast 25.000.000 50.000.000 Controleplichtig of niet? De grensbedragen bepalen onder andere ook of een onderneming controleplichtig is. Landen kunnen de grenzen waarboven controle verplicht is, lager vaststellen. Nederland hanteert de binnen Europa maximaal toegestane grensbedragen. Een onderneming is controleplichtig wanneer die op twee opeenvolgende balansdata voldoet aan twee of meer van drie vereisten: een omzet van meer dan twaalf miljoen euro, een balanstotaal van meer dan zes miljoen euro en vijftig of meer medewerkers in dienst. Mede vanwege de signalen vanuit veel SRA-kantoren over de gewenste aanpassing aan de inflatie, zal SRA reageren op de consultatie van de Europese Commissie. Eerder brachten wij Europese Commissie lanceert ‘SME Relief Package’ (14 september 2023)
1. Eerste stap in aanscherping bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) gezet Het doel van de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) en de doorschuifregeling (DSR) is de belemmeringen van een normale (hoge) belastingdruk bij bedrijfsopvolging zo veel mogelijk weg te nemen. U kunt dus met een fiscale stimulans het stokje doorgeven aan de volgende generatie. Daarmee speelt de BOR een belangrijke rol bij de overdracht van familiebedrijven. De BOR en het bestaansrecht ervan hebben veel aandacht gekregen en er is dan ook een verscherping aangekondigd. Per 1 januari 2024 valt verhuurd vastgoed niet meer onder het ondernemingsvermogen, maar onder beleggingsvermogen. Verhuurd vastgoed schenken met toepassing van de BOR is dan niet meer mogelijk. Let op! Deze aanpassing werkt door naar de omvang van het ondernemingsvermogen bij de doorschuifregeling in de inkomstenbelasting. Dit betekent dat de schenker de box 2-belastingclaim die rust op de aandelen voor dat gedeelte niet meer kan doorschuiven. Let op! Voor 2025 en 2026 zijn verdere aanscherpingen aangekondigd, zoals het afschaffen van de doelmatigheidsmarge van 5% van het bedrijfsvermogen, dat uit beleggingen mag bestaan. Tip! Overweegt u om uw bedrijf met toepassing van de BOR te schenken? Dan kan het raadzaam zijn dit proces te versnellen. 2. Twee schijven in box 2 Per 1 januari 2024 wordt het uniforme tarief van box 2 van 26,9% vervangen door twee tarieven. Voor ontvangen dividenden tot € 67.000 gaat een tarief van 24,5% gelden. Voor het bedrag daarboven wordt het percentage 31. Fiscale partners profiteren twee keer van de lage schijf, wat betekent dat bijvoorbeeld een dividenduitkering van € 134.000 belast wordt tegen het lage tarief van 24,5%. Met deze maatregel wil de regering aanmerkelijkbelanghouders stimuleren vaker (jaarlijks) winsten uit te keren en niet de winsten te blijven oppotten in de bv. Let op! Dividenduitkeringen hebben ook effect op de algemene heffingskorting, box 3-vermogen en excessief lenen. Overleg met uw adviseur of het voordelig is om nu dividend uit te keren, of het beter is om te wachten tot 2024 of om later in één keer een hoger bedrag aan dividend uit te keren. Tip! Heeft uw partner geen inkomen? Keer dan dividend uit om de algemene heffingskorting te kunnen benutten. 3. Verlagen mkb-winstvrijstelling De mkb-winstvrijstelling is een aftrekpost op de fiscale winst in de inkomstenbelasting. Het percentage van de mkb-winstvrijstelling voor ondernemers wordt per 1 januari 2024 verlaagd van 14 (2023) naar 12,7. Door deze maatregel betalen ondernemers in de inkomstenbelasting, zoals eenmanszaken, vof’s en zzp’ers, vanaf 2024 meer belasting. Ondernemers met de hoogste winsten gaan er het meest op achteruit door deze aanpassing. Tip! Stem met uw fiscaal adviseur af of ondernemen in de inkomstenbelasting voor u nog steeds de beste keuze is. Tip! Bekijk of u bepaalde kosten kunt uitstellen naar 2024, zodat de winst lager is en u minder belasting betaalt over deze winst. 4. Diverse wijzigingen box 3 Vooralsnog is het streven dat vanaf 2027 het daadwerkelijke rendement in box 3 wordt belast. Tot die tijd blijven fictieve rendementen het uitgangspunt. Er zijn drie categorieën: bank- en spaargelden, beleggingen en schulden. Vanaf 2024 is wettelijk bepaald dat aandelen in verenigingen van eigenaren (vve’s) tot de categorie bank- en spaargeld behoren. Bezit u een appartement? Dan betaalt u daardoor mogelijk minder box 3 belasting. Deze ‘herkwalificatie’ geldt ook voor gelden op derdenrekeningen bij de notaris. Het heffingsvrij vermogen in box 3 wordt niet gecorrigeerd voor de inflatie. Daarnaast gaat het tarief in box 3 van 32% (2023) naar 34% in 2024. Tip! Op 18 september 2023 heeft de advocaat-generaal geconcludeerd dat ook de Wet rechtsherstel box 3 het discriminatieverbod en het eigendomsrecht schendt. Als de Hoge Raad dit advies overneemt, kan dit gevolgen hebben voor uw box 3-inkomen. Teken daarom tijdig bezwaar aan om uw rechten veilig te stellen. Let op! Schulden en vorderingen tussen fiscale partners en tussen ouders en minderjarige kinderen behoren in 2024 tot geen enkele categorie, omdat deze worden gedefiscaliseerd. Deze vallen dus helemaal buiten de aangifte. 5. Diverse wijzigingen box 1 De belastingheffing over inkomen uit werk en woning wordt op diverse punten verhoogd: De inkomstenbelasting in box 1 kent twee schijven. Vanaf 2024 wordt de tweede schijf minder geïndexeerd dan de inflatie. De indexatie is 3,55% in plaats van 9,9%. Voor gepensioneerden bestaat de inkomstenbelasting voor inkomen uit pensioen uit drie schijven. De tweede en derde schijf worden ook met 3,55% geïndexeerd in plaats van met 9,9%. Het tarief in de eerste belastingschijf neemt toe met 0,04% van 36,93% (2023) naar 36,97% (2024). De arbeidskorting wordt met € 115 verhoogd voor inkomens rond het wettelijk minimumloon. Werkenden met een salaris tot bijna € 40.000 gaan er hierdoor op vooruit. 6. Energie-investeringsaftrek (EIA) versoberd Investeert u als ondernemer in energievriendelijke bedrijfsmiddelen? Dan is het mogelijk om een bepaald percentage over het investeringsbedrag direct af te trekken van de winst via de energie-investeringsaftrek (EIA). Doordat de winst daarmee lager uitvalt, bespaart u als ondernemer belasting. Voor het jaar 2023 is het percentage 45,5. Dit percentage wordt in 2024 verlaagd naar 40. Daarnaast wordt de Energielijst aangepast. De exacte invulling wordt in het vierde kwartaal van 2023 vastgesteld. Tip! Overweegt u een investering in energievriendelijke bedrijfsmiddelen? Dan is het interessant om dit nog in 2023 te doen. Zorg wel dat u uw investering tijdig meldt bij de RVO. 7. Minder onbelaste vergoedingen voor personeel De werkkostenregeling biedt u als werkgever de mogelijkheid om uw personeel onbelast allerlei zaken te vergoeden en verstrekken. De vrije ruimte in de werkkostenregeling is in 2023 eenmalig verruimd naar 3%, tot een loonsom van € 400.000. Deze verruiming wordt in 2024 beperkt tot 1,92% bij een loonsom tot € 400.000 en 1,18% voor het meerdere. Let op! De belasting- en premievrije kilometervergoeding van € 0,21 per kilometer stijgt per 1 januari 2024 naar € 0,23 per kilometer. 8. Aanschaf (bestel)auto wordt duurder Het aanschaffen van een nieuwe auto wordt in 2025 duurder. De vaste voet van de bpm gaat dan met € 200 omhoog. De bpm is een belasting die is verschuldigd bij de aanschaf van een nieuwe auto of motor. Voor elektrische auto’s geldt volgend jaar nog een vrijstelling voor de bpm. In 2025 wordt deze vrijstelling geschrapt, waardoor de aanschafprijs van elektrische auto’s in 2025 hoger zal zijn ten opzichte van 2024. Daarnaast komt per 1 januari 2025 de bpm-vrijstelling voor bestelauto’s te vervallen. Tip! Wilt u nog gebruikmaken van de bpm-vrijstelling voor btw-plichtige ondernemers bij de aanschaf van een bestelauto? Bestel deze dan tijdig, zodat u in 2024 nog gebruik kunt maken van de vrijstelling! Tip! De hoogte van de bpm op bestelauto’s is afhankelijk van de CO2-uitstoot. Het is dus bij vervanging van bestelauto’s na 1 januari 2025 fiscaal voordelig om uw bestelauto’s te vervangen door emissievrije varianten. 9. Introductie minimumuurloon Nederland kent een wettelijk minimumloon. Dit minimumloon wordt per maand vastgesteld. Vanaf 2024 gaat dit veranderen en wordt het minimumloon per uur vastgesteld. Daarmee krijgt iedereen in de leeftijd van 21 jaar en ouder die werkzaam is voor het minimumloon dezelfde uurvergoeding. Een maand-, week- of dagloon is niet toegestaan. Let op! Het minimummaandloon wordt omgerekend naar een uurloon op basis van een arbeidsduur van 36 uur per week. Dit betekent dat werkgevers te maken krijgen met een lastenverzwaring als zij werknemers hebben die, tegen een minimumuurloon, contractueel meer dan 36 uur per week werken. 10. Meer rapportageverplichtingen Vanaf 1 januari 2024 gaat een aantal nieuwe rapportageverplichtingen in. Zo worden werkgevers met meer dan 100 werknemers verplicht om de CO2-uitstoot van hun personeel bij te houden. Daarnaast worden betalingsdienstaanbieders verplicht om onder voorwaarden alle betaaldata van grensoverschrijdende transacties te delen met de Belastingdienst, met als doel om btw-fraude tegen te gaan. Ten slotte moeten digitale platformen voor het eerst rapporteren over hun verkopers. Dit artikel is afkomstig uit de SRA-Nieuwsbank, dé actuele informatiebron voor de klant van het SRA-accountantskantoor. Bent u lid van SRA en heeft u nog geen abonnement op de Nieuwsbank? Kijk dan hier voor meer informatie.
Ondergemiddeld fortuinlijke beleggers betalen daardoor nog steeds teveel belasting en bovengemiddeld fortuinlijke beleggers nog steeds te weinig. Een gemiddeldebelasting op vermogensinkomsten is juridisch een onbegaanbare weg omdat de werkelijke inkomsten van belastingplichtigen niet of onvoldoende worden benaderd. Dat adviseert advocaat-generaal (AG) Wattel de Hoge Raad in een conclusie die maandag 18 september is gepubliceerd. De zaak De belanghebbenden zijn een echtpaar met een eigen woning en een box 3-vermogen bestaande uit banktegoeden, vorderingen, een tweede woning die incidenteel verhuurd wordt en twee verhuurde appartementen. De Wet Rechtsherstel box 3 onderscheidt drie soorten vermogen in box 3: banktegoeden, schulden en overige bezittingen. Het geschil gaat over de aandelen van het echtpaar in de reserves van de drie verenigingen van eigenaren (VvE’s) van in totaal € 10.807. De Inspecteur heeft dat bedrag ingedeeld bij ‘overige bezittingen’ (beleggingen) en heeft er daarom voor 2018 een rendement van 5,38% op berekend en belast. Het echtpaar meent dat die aandelen ‘banktegoeden’ zijn omdat VvE’s hun reserve verplicht op een bankrekening moeten aanhouden en dat er daarom maar 0,12% (spaar)rendement op mag worden belast. Procedure bij het hof Het Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelde op grond van het Box 3-arrest van de Hoge Raad dat bij het bieden van rechtsherstel aan het echtpaar in 2018 voor hun aandelen in de VvE-reserves het banktegoedenpercentage van 0,12 geldt. Het baseert zich daarbij op het werkelijke op de VvE-reserves behaalde rendement en het feit dat VvE’s wettelijk verplicht zijn hun reserves aan te houden op een bankrekening. Het cassatieberoep van de Staatssecretaris van Financiën De wetgever heeft volgens de Staatssecretaris een ruime beoordelingsvrijheid bij het bieden van het vereiste rechtsherstel en mocht er binnen die vrijheid mede om uitvoerbaarheids- en budgettaire redenen voor kiezen om ‘overige bezittingen’ niet uit te splitsen in verschillende vermogenstitels met elk een eigen rendement. Advies AG Belastingheffing naar een gemiddeld beleggingsrendement leidt volgens AG Wattel altijd – per definitie van ‘gemiddelde’ – tot discriminatie van de ondergemiddelden en privilegiëringvan de bovengemiddelden. De feitelijke heterogeniteit van individuele vermogensrendementen in de jaren 2017-2022 wordt niet anders als met terugwerkende kracht een ander gemiddelde wordt berekend of als banktegoeden en schulden afgezonderd worden en een lager gemiddeld percentage krijgen dan overige bezittingen. De heterogeniteit van het rendement op overige bezittingen (beleggingen) is waarschijnlijk groter dan die van het rendement op het gehele vermogen omdat spaarrente een veel kleinere heterogeniteit heeft dan beleggingsresultaten. Weliswaar belast de Herstelwet spaarrendement realistischer (lager), maar daardoor vergroot die wet waarschijnlijk juist de willekeur bij de bezitters van ander vermogen. De Herstelwet schendt daardoor volgens de AG – behalve voor spaargeld – het discriminatieverbod en het eigendomsgrondrecht minstens evenzeer en even systemisch als de te herstellen oude box 3 2017. Voor het concrete geschil betekent dit het volgende: het vermogen van het echtpaar is veel groter dan alleen de VvE-reserves-aandelen en het Hof had zich daarom volgens de AG niet moeten beperken tot de vraag of die aandelen ‘banktegoeden’ of ‘overige bezittingen’ zijn, maar had het verschil tussen het wettelijke en het werkelijke nettorendement op het totale vermogen moeten vaststellen. De Herstelwet moet volgens de wetgever immers het werkelijke vermogensrendement van de belastingplichtige beter benaderen. Alleen als het wettelijke en het werkelijke totale rendement te ver uit elkaar liggen in het nadeel van de belastingplichtige, is rechtsherstel geboden. De AG geeft de Hoge Raad in overweging om een tolerantiemarge tussen het werkelijke en het wettelijke rendement te bepalen en de zaak terug te sturen naar het hof om het werkelijke nettorendement van het gehele vermogen van het echtpaar in 2018 te laten vaststellen en dat te vergelijken met het rendement 2018 volgens de Herstelwet. Uitspraak Hoge Raad De Hoge Raad zal naar verwachting over zes maanden uitspraak doen. Publicatie op rechtspraak.nl ECLI:NL:PHR:2023:655 Bron Advies AG aan Hoge Raad: ook de Wet Rechtsherstel box 3 schendt het discriminatieverbod en het eigendomsrecht (Hoge Raad, 18 september 2023)
Via de SRA-website zijn ook voorbeeld overeenkomsten te downloaden zoals een voorbeeldovereenkomst van verkoop en levering van een onderneming, huurverkoop van een onderneming, overdracht van een onderneming tegen een winstrecht en koop van aandelen in een BV (waarvan ook een Engelstalige versie beschikbaar is). Op de themapagina modellen koop zijn alle beschikbare voorbeeld overeenkomsten voor het aandachtsgebied koop overzichtelijk gerangschikt. Zoekt u een model in dit aandachtsgebied, bezoek dan deze pagina. De overeenkomsten, themapagina’s en modellen zijn up-to-date en afkomstig van Wolters Kluwer. Als SRA-lid heeft u kosteloos toegang tot deze modellen. Log daarvoor eerst in op de SRA-website alvorens u op een link naar een overeenkomst, themapagina of model klikt.